In de kracht van mijn leven - Reisverslag uit Jørpeland, Noorwegen van Roland Vries - WaarBenJij.nu In de kracht van mijn leven - Reisverslag uit Jørpeland, Noorwegen van Roland Vries - WaarBenJij.nu

In de kracht van mijn leven

Door: rolanddevries

Blijf op de hoogte en volg Roland

02 Augustus 2011 | Noorwegen, Jørpeland

Astrid had nog uitgelegd hoe ik het beste kon fiesten, om de drukke wegen te vermijden en vooral om hele mooie stukken Noorwegen nog te zien. Daar was ik heel blij mee, aangezien ik zo weer rustig verder kon fietsen, waarbij ik van de natuur kan genieten in plaats van alleen maar op te passen in het verkeer.
Die avond hadden we afgesloten met Hein`s zelfgebrouwen bier en dat smaakte zeer goed. Astrid en Hein waren heel blij met het werk dat ik had gedaan en vonden het ook erg gezellig dat ik een weekje bij hun in huis was. Hein zei dat ik wel een beetje op een lijn met hun was, qua interesses en karakter ook een beetje. Ze zeiden dat ik altijd nog langs kon komen als ik weer in Noorwegen was.
De volgende ochtend had Astrid nog een zelfgebakken brood, een pot jam en een fles speciale zelfgemaakte limonade van bessen, wat heel gezond is, zei ze. Ik had hun heel erg bedankt voor de gastvrijheid en na helemaal aangesterkt door de goede voeding en schoongewassen kleding kon ik weer verder fietsen.
Het is altijd wel moeilijk afscheid te nemen, als je met mensen een goede tijd hebt gehad, maar op zo`n fietsreis, heb je dat eigenlijk best vaak en dan wen je daar ook aan. Immers, er wachten ook weer nieuwe avonturen en mensen, denk ik dan.
Een dag lekker weer gefietst en dan was de onrustigheid in mij ook gelijk weg.
De volgende dag ging ik door Trondheim om inkopen te doen en even rustig daar een pauze houden. Maar na een halve dag in zo`n stad met veel mensen, begin ik mijzelf snel te irriteren aan dingen en dan is het tijd om verder te fietsen. Maar ik had wel een hele mooie kathedraal gezien, waar vroeger de koningen werden gekroond. Dan zie je ook weer bussen met mensen (bijv. uit Duitsland) die 2 dagen daarvoor bij de Noordkaap waren en van even stoppen bij een toeristenattractie. Het is echt wel anders op de fiets besef ik dan, aangezien ik alles om de zogenaamde `mooie plaatsen` zie en vaak nog veel mooiere dingen, die niet staan aangegeven.
Vanuit Trondheim was het wel weer een tijdje zoeken naar de goede weg, maar na een halve dag was ik weer op de normale weg, met minder auto`s. Zo fietste ik door, tot ik weer bij de boerderijen en bossen terecht kwam. En de weg werd steeds heuvelachtiger en op een gegeven moment kwam ik echt in de bergen. Hele mooie rotsen in rode en groene kleuren en overal water. Uiteindelijk zo door gefietst, tot ik van iemand hoorde, dat het plaatsje Kongsvoll een goede uitgangspunt is om in Dovrefjell te gaan klimmen. Dus ik daar heen, maar er was alleen maar een hotel en een treinstation. Dus ik was naar binnen gelopen in het hotel, om te vragen welke bergen goed waren om te lopen (dus zonder klimmateriaal), maar wel met een beetje uitdaging. De vrouw van de receptie zei, dat de Snøhetta een goede berg was, als ik zoiets wilde, waarbij met goed weer een mooie uitzicht was. De pinautomaat deed het niet door onweer een paar dagen geleden, dus had ze mij een kaart geleend van het gebied. Want als je zoiets onderneemt is een kaart best wel belangrijk, om je weg terug te vinden als je verdwaald bent e.d.
Ik mijzelf gelijk maar omgekleed en mijn geimproviseerde rugzak (mijn schooltas met een fietstas erachter vastgeknoopt) en de fiets op een veilige plek achter het hotel neergezet. De schoenen nog even ingevet en wegwezen. Met de gedachte, dat ik even rustig de omgeving kon zien, aangezien Dovrefjell een heel mooi gebied is.
Eerst moest ik een brug over en later wat hekken door, waarbij bordjes stonden over het gebied en over de muskusossen. Er stond dat je minimaal 200m afstand van de dieren moest houden en als je binnen die grens bent, kunnnen ze gaan aanvallen, aangezien ze zich dan bedreigd voelen. Verder zijn het planteneters en niet gevaarlijk, alleen als ze zich bedreigd voelen vallen ze aan, waarbij ze eerst waarschuwen met gegrom en gestamp e.d. Ze wegen tussen de 300 en 460 kg.
Dus ik een paar uur gelopen, waarbij het niet lang duurde voordat ik boven de boomgrens was en waar ik mijn tarp had opgezet. Het was nog ongeveer 6 uur lopen naar de top van de Snøhetta vanuit mijn kamp en ik dacht dat als ik vroeg opsta, dan zou het misschien nog wel kunnen als het weer schikt.
Maar die avond regende het een beetje en was het bewolkt. De volgende ochtend werd ik toch om 7 uur wakker door de dauw en ben ik maar gelijk gaan lopen. De Snøhetta doemde op, maar de top was gesluierd in wolken. `Toch wel een steile klim`, dacht ik. De weg naar de top ging namelijk over een richel schuin omhoog naar de top.
Verderop kwam een vrouw mij tegemoet lopen en opeens hoorde ik een zwaar gegrom links van mij. Ik schrok op en op ongeveer 80 meter afstand van mij stond een enorm harig beest met gekrulde horens. Hij maakte een zwaar gegrom en stampte op de grond. Ik eerst verbaasd dat ik dit grote beest uberhaupt niet opgemerkt had, maar als snel nam mijn logica het over en liep ik gelijk van het dier weg. Het gegrom en gestamp stopte en de muskusos keek mij nog even na. Daarna begon hij verder te grazen en kon ik hem van een afstandje nog ontwijken.
De vrouw zei al: `Ah, ik had hem niet opgemerkt en de volgende hut is 1 uur lopen, goede reis!` en we liepen weer verder. Zo gaat dat dus in Noorwegen, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Maar het is wel ongelooflijk zo een oeroud en immens dier zo te zien leven en met mijn hart die nog in mijn keel bonkte, ben ik weer verder gelopen tot aan de hut, met deze ervaring in gedachten.
Ik was eigenlijk weer in de toendra, zoals op de Noordkaap: alleen maar mos en hele lage struiken en sneeuw en rotsen. Maar wel hele mooie stenen en watervallen en vooral een heel erg ongerept gebied.
Best bijzonder om in zo een gebied te lopen, waar zelfs nog dieren van de ijstijd leven. In de hut vroeg ik even of het goed was de top te beklimmen aan de huttenwaard. Ik dacht zelf van wel, aangezien de wolken bijna allemaal weg waren en er grotendeels een blauwe lucht was. De waard zei, dat het er wel erg hard waaide en dat er vanavond nog kans op regen was. Ik dacht: `Nu is mijn kans, aangezien het er de rest van de week slecht uitziet.` en ik ging omhoog. Het eerste gedeelte was nog relatief vlak over een rotsgebied.
Dan denk je nog dat je de top makkelijk kunt halen. Toen de steile richel omhoog. Er waren paaltjes met reflectoren elke 20 meter ongeveer. Na een tijdje klimmen, met het zweet op mijn voorhoofd, begreep ik waarom. De top van de Snøhetta was weer in de wolken en ik liep inmiddels zelf ook al een beetje in de wolken, waarbij het zicht drastisch minder word. De paaltjes zijn dan je enige uitgangspunt.
Zwoegen, paaltje, zwoegen en naar het volgende paaltje. Af en toe even een kleine pauze om wat te drinken en naarmate ik hoger kwam, mijn handschoenen en trui aan gedaan, aangezien het inderdaad hard begon te waaien, met een beetje regen. Tijdens zo een pauze passeerde twee Denen mij, met wie ik een kort praatje maakte.
Ik dacht dat ik er bijna was, maar dan moet je nog een uur. Dat is ook typisch Noorwegen, dan kijk je op de kaart en staat er vanuit de hut 3 uur. `Ah 3 uur moet dan lukken, misschien zelfs sneller (zo is mijn ervaring van vorige kaarten uit bijv. Oostenrijk of Nederland).` dacht ik. Nou in Noorwegen dus niet, want zelf na zo`n fietsreis, waarbij ik getraind ben en nog aardig doorsjouw doe ik er toch wat bijna 4 uur over. Oke, ik eet wel even een broodje tussendoor, maar dat moet kunnen.
Als ik de Noren in de bergen zie lopen begrijp ik het ook wel; ze rennen bijna de berg op en zijn superfit. Het sporten is er al vanaf jongsafaan ingebakken, aangezien er ook kinderen van een jaar of 12 mee omhoog lopen. Een enkeling loopt zelfs met de hond omhoog. Maar toch, het was geen gemakkelijke klim, maar uiteindelijk was ik dan toch op de top. Daar stonden de Denen ook, die dan nog snel een foto van mij konden maken. Gelukkig net voordat mijn batterij op was.
Dan sta je daar met 30 meter zicht en een stukje stenen opgestapeld, die de top voorstelt. Op ongeveer 2300 meter. En windkracht 8 en ijsregen. Dan gelijk maar weer terug en na een lange terugtocht kwam ik weer bij de hut aan. Het was inmiddels harder gaan regenen en het waaide daar in het dal inmiddels ook al flink. Nog harder ging het regenen en ik dacht dat als ik mijn tarp zo op zet, dat ik dan alsnog zeiknat wakker word.
Toen zag ik aan de linkerzijde van mij wat rotsen waar ik naar toegelopen ben om een goede rots te vinden, waar ik mijn tarp tegen kon spannen. En toen, weliswaar, zag ik een overhangende rots met wat stenen eromheen. Na binnen gekeken te hebben was er genoeg ruimte om in te liggen en heb ik gelijk daar maar mijn spullen uitgestald.
Totaal geen regen ging naar binnen en ik kon nog wel naar buiten kijken. Daar had ik nog even een goede welverdiende maaltijd gemaakt en naar buiten gekeken. Dan lijkt de regen ineens een stuk minder erg, als je droog onder een rots zit en de regen voorbij waait.
Na een goede nacht geslapen te hebben, waarbij het zelfs weer een tijdje donker werd!, was het de volgende dag weer goed weer. Toen weer met spierpijn in mijn kuiten en pijnlijke plekken op mijn onderrug, van mijn geimproviseerde tas, weer naar beneden gelopen. De spierpijn loop je er na anderhalf uur wel uit. Het is er nog wel, maar mentaal ben je er dan doorheen.
In de verte zag ik weer een groep muskusossen en ik had ze even staan bekijken. De dieren zijn nog van de ijstijd en leven in een stuk van Dovrefjell en verder in Noord-Groenland. Dan vind ik het toch echt bijzonder om ze zo in het wild te zien lopen, net alsof het een paar duizend jaar geleden was. Wat ik onderweg ook interessant vond, was het dal waar ik in liep, helemaal uitgesleten door het gletsjerijs vroeger, waarbij je de randen dan kan zien aan de rotsen. Op de grond vind je soms stenen in hele mooie kleuren en in de verte zie je hoe het gebied verder loopt.

Uiteindelijk was ik dan weer bij het hotel en gelijk maar weer verder gefietst om eten te kopen. Ik dacht, toen ik de kaart bekeek, dat ik 10 kilometer moest fietsen, maar het bleken er 45 te zijn, naar de volgende supermarkt. Daartussen waren alleen een paar huisjes en aan de rechterzijde nog de Snøhetta, waar ik die dag ervoor vandaan kwam. `Toch wel een aardig eind geklommen,` dacht ik toen.
Ik voelde mij ook heel anders, na in zo`n ongerept gebied te lopen en ook daar onder de blote hemel te slapen. Als je zo in de bergen loopt, nemen je gedachten weer een rustiger, natuurlijker, tempo aan en kom je weer helemaal fris terug. Alleen is het altijd weer moeilijk om tussen snelrijdende auto`s weer te fietsen. Toen weer 2 dagen doorgefietst, waarbij ik van berg naar dal en weer naar de bergen fietste. Deze keer kwam ik in het berggebied Jotunheimen uit, waar het plaatsje Lom een centrale plek in had. Daar had ik even wat dingen uitgezocht en gevraagd over het gebied en de Galdhøpiggen en Glittertinden, die ik wilde gaan beklimmen. De beide bergen kon ik vanuit de hut Spiterstulen zelf beklimmen, mits ik een goede conditie had en goede kleding had.
Na zo een tijd te fietsen en een andere berg was dit het geval en had ik besloten naar die hut te gaan. Die avond maar weer is een keer naar een camping gegaan, voor een warme douche en om mijn kleren te wassen. Alleen toen ik mijn kleren uit de wasmachine haalde, bleek dat ik teveel waspoeder in de wasmachine had gedaan, waarbij mijn kleren nog onder het waspoeder te zitten. Alles afgeklopt en zoveel mogelijk poeder van mijn kleren proberen te halen en na een uur was alles weer schoon. Toen ben ik omhoog gefietst, maar vooral ook `geschoben`, aangezien het er erg steil was. `De klim is dus vandaag al begonnen,` dacht ik. Uteindelijk kwam ik daar om 11 uur `s avonds aan en had ik mijn tent vlakbij een rivier, vlakbij een andere tent gezet. Dit was op ongeveer 500 meter van de hut.
De volgende dag was ik naar de hut gelopen om even het weer te bekijken en wat eten te kopen voor onderweg. Gelijk maar omhoog gelopen, waarbij ik nog andere klimmers zag. Al snel begon ik flink te zweten, aangezien het er nog warm was en het pad bij het begin flink steil ging.
Toen verder gelopen, waarbij ik af en toe wat sneeuw over moest steken. Uiteindelijk kwam ik dan op het rotsgebied uit, waar ik de de stenen volgde, met een rode T erop geschilderd. Weer lopen, lopen en lopen en dan denk je dat je al ver bent. Dan vraag je aan mensen hoever het nog is en dan is het verder dan je denkt.
`Maar ach`, denk je, `misschien ben ik wel sneller dan die mensen zeggen`. Nou niet dus, want als zij 2 uur zeggen, moet je een half uur extra rekenen, want het zijn Noren.
Maar goed, op een gegeven moment klaarde het op en had ik een mooi uitzicht over de gletsjers. Het begon al kouder te worden en het zicht was slecht. Toen ik een stuk dichter bij de top was, kwam ik wat Noren tegen, die mij informeerde over een gletsjer die ik niet over moest steken, aangezien het glad was door de regen. In plaats daarvan moest ik linksom over de rotsen naar de top lopen. Alleen was dit niet met de rode T aangegeven, maar het lukte mij uiteindelijk om de top te vinden.
Ik was daar bij een soort windwaaier op de hoogste top van Noord-Europa, op ongeveer 2700 meter hoog. Met keiharde windstoten en ijsregen ben ik gelijk maar weer afgedaald, aangezien het ook al half 7 in de avond was.
Ik probeerde weer te herinneren hoe het pad liep en probeerde snel naar beneden te lopen, om in wat beter condities te zijn. Uiteindelijk moest ik toch erg steil afdalen, waarbij ik mijn handen moest gebruiken, toen ik besefte dat ik verkeerd was gelopen.
Weer terug gelopen en verder afgedaald. Het leek goed te gaan, maar uiteindelijk kwam ik dan weer erg steil beneden uit, maar ditmaal was ik al te ver geklommen.
Door de dichte mist kon ik niet goed zien waar ik heen liep, aangezien er geen gemarkeerd pad was. Uiteindelijk klaarde het op en toen zag ik dat ik aan de andere kant van de berg was, waar een grote gletsjer was. Ik had snel een foto genomen, omdat het mooi was, maar vooral om mij te orienteren als het weer bewolkt was. `Hoe moest ik nu weer naar het pad?`, dacht ik. Ik verder geklommen, naar waar het pad ongeveer zou lopen.
Maar het was te steil, zelfs met de handen om te klimmen, dus moest ik weer terug. Toen ben ik verder geklommen in de richting van waar het pad liep, met de grote gletsjer aan mijn rechterhand. Het zag er aantrekkelijk uit om op de vlakke gletsjer te lopen, maar uit ervaring weet ik dat het erg gevaarlijk kan zijn om zonder materiaal te lopen.
Na wat twijfelen, had ik toch besloten verder te lopen naar een puinhelling en een soort opening naar boven toe, waar ik betere kans had om weer op het pad te komen. Hierbij moest ik af een steil stuk sneeuw oversteken, waarbij ik met mijn schoenen een soort trap, schuin omhoog, in trapte. Daarna weer een stuk puinhelling over, waarbij veel stenen naar beneden vielen. Toen kwam ik met behulp van de kaart en de foto erachter, dat ik nu op het punt was, waar ik waarschijnlijk het beste omhoog zou klimmen en daar ben ik naar boven gegaan. Nog steeds in de mist.
Ik moest letterlijk omhoog klimmen met mijn handen en voeten, sommige stukken recht omhoog. Hierbij hield ik mij vast in spleten en vaste rotsen, maar af en toe werd het toch wel gevaarlijk. Als je dan naar beneden kijkt, krijg je een paniekerig gevoel over je heen, want het is erg steil en er lijkt geen uitweg. Maar met rustig stapje voor stapje te klimmen en mij daar op te focussen en steeds 3 steunpunten gehouden te hebben, kwam ik uiteindelijk weer op de richel uit. Toen zag ik de T-tekens weer op de rotsen en ik was heel erg blij.
`Pff, dat was riskant`, dacht ik. Zo zonder klimmateriaal zo een klim te maken, is eigenlijk best gevaarlijk, maar ik had geen keuze, aangezien ik weer op het pad moest komen.
Ik was kapot, mijn vingers waren pijnlijk en sommige open van het klimmen. Ik bleek nog steeds dichtbij de top te zijn en toen weer het pad naar beneden gevolgd. Jezus, wat was dat zwaar, want je bent kapot, maar dan moet je nog een paar uur naar beneden lopen. En het werd ook nog donker.
Uiteindelijk zag ik dan de lichten branden van de hut en ben ik snel afgedaald. Toen naar mijn tent gelopen en toen ik op mijn mobiel keek, bleek het half 12 `s nachts te zijn. Ik had dus iets meer dan 11 uur gelopen, ongeloofelijk!
Maar ik was erg blij dat ik nu in mijn tent kon liggen met warme kleren en een warme maaltijd.
Toen zag ik de tarp, die ik voor de hike slordig over de tent had gehangen, strak gespannen over de tent staan en ik snapte niet echt hoe dat kwam. Toen zag ik binnen in mijn tent, tussen de spaken van mijn fiest een briefje:
`Dear neighbour, there was a big storm with lots of rain and wind, which blew your tent cover away. We fixed it again, I hope you don`t bother. Best regards, neighbours. `
`Wat een supermensen`, dacht ik en ik kon droog gaan slapen.
De volgende dag had ik de buren heel erg bedankt en zij vonden het geen probleem.
Het bleek een stelletje van eind 20 te zijn uit Slovenie, die erg aardig waren en waar ik nog veel mee had gepraat.
Die dag had ik besloten, dat ik maar even een rustdag had in mijn tent, waarbij ik erachter kwam dat ik eigenlijk moest betalen voor waar ik stond, als campingplaats. Dit bleek 50 kronen te zijn, gelijk aan ongeveer 7 euro, met douche een droogruimte en je kon binnenzitten. Normaal is dat 2 keer zoveel, dus ik vond het prima.
Binnenin de hut was het warm en het was nog in oude stijl opgebouwd van binnen. De hut was eigenlijk zeer uit en kwam van ongeveer 1830. Toen zag ik ineens een briefje op de toonbank, met `National Silence, 1 minute`. Ik wist niet waarom dat was, maar ik had mijn stilte gehouden en daarna gevraagd, wat er gebeurd was.
`Huh, don`t you know what happened 3 days ago?` `3 days ago, ehm no I really don`t know` En zij legde mij uit wat er gebeurd was in en rondom Oslo.
Het bleek dat er een of andere gek was die allemaal mensen neer heeft zitten te knallen, omdat hij tegen de moslims was. Ik vond het heel erg en ik snapte ineens ook waarom sommige mensen anders waren dan anders. Normaal groeten de Noren je vrolijk in zulke dorpjes, maar hier was dat maar een enkeling.
En dat zoiets zelfs in Noorwegen gebeurt, wat ik toch echt zie als een van de veiligste landen van de wereld. Maarja, radicalen zijn blijkbaar overal en dit keer in Noorwegen. Toen ik weer naar beneden fietste, zag ik af en toe wel bedroefde mensen, maar veel meer waren gewoon boos. Maar lang niet iedereen en aardige mensen onmoette ik zo weer.
Na zo`n trip in de bergen voelde ik mij ondanks de best gevaarlijke trip, toch erg sterk, je zou kunnen zeggen in de kracht van mijn leven. Dat zeggen vaak oudere mensen, over als je 20 jaar bent, en ik begrijp best waarom, nu. Ik heb fysieke dingen gepresteerd en ook dingen geriskeerd, zoals op de berg, maar door die ervaringen voel je je veel sterker en vooral veel dichter bij jezelf. De benen zijn natuurlijk vooral sterk geworden en frisse lucht en natuur doen mij zeer goed. Dan denk ik dat ik misschien later terug denk en ik denk: `Toen was ik in de kracht van mijn leven`.
Maar zo even in de bergen zijn doet mij erg goed, aangezien het je geest helemaal opfrist.
Toen verder gefiest door het machtige landschap en ik besefte dat het wel bijzonder was door deze enorme natuurkrachten van vroeger te fietsen. Die bergen vertellen eigenlijk een heel verhaal, die je met kennis over de geologie kunt lezen als het boek van de aarde. Dat wil ik voor mijn studie later ook doen, en deze reis sterkt mijn keuze weer.
Uiteindelijk moest ik dan over een ongeloofelijk steile weg, maar wel heel erg mooi, naar boven tot 1434 meter, vanuit ongeveer 200 meter. De weg was soms 10 procent steil en het was echt flink zweten, zelfs in het koude weer. Maar ik was al geaclimatiseerd aan de hoogte, dus dat was totaal geen probleem. Na deze hele lange, zware klim op de fiets, word je toch weer beloond met een mooi uitzicht.
Naar beneden ging ik dan heel erg snel, waarbij ik veel moest remmen. Opeens zag ik een gat tussen de wolken, waarbij ik een stuk bos zag met varens en allerlei planten eromheen. Om mij heen was damp en ik had even het gevoel in het tropisch regenwoud te zijn. Dat is dus ook in Noorwegen.
Uiteindelijk had ik in het dal weer mijn tent opgezet, waarbij ik net de grens met het gematigde gebied had gepasseerd, met zo langzamerhand steeds meer loofbomen en andere planten.

Volgende keer weer een verhaal!

  • 02 Augustus 2011 - 12:16

    Marjon:

    hey holbewoner! het lijkt wel of ik dat boek van vroeger lees; 'de stam van de holebeer'...misschien ben je toch in de verkeerde tijd geboren, ro.... een spannende tocht hoor, tis maar goed dat papa en mama niet alles weten.... kom je snel terug? fijne verdere reis, maar take care!

    xx

  • 02 Augustus 2011 - 13:42

    Marc:

    Top verhaal ouwe reus! Nice man lekker hoor die hikes! Nog 3weekjes dan zien we elkaar. Wij gaan nu lekker wijn proeven! Marc

  • 02 Augustus 2011 - 14:18

    Mama:

    roland, wat een avonturen heb je weer beleefd. door de telefoon had je het al verteld, maar als ik het zo lees dan zie ik het voor mij en zie ik je zweten en doorzetten en daarna genieten dat je het is gelukt. het lijkt mij zo mooi om de natuur in noorwegen te zien. door jouw verhalen krijg ik een beeld hoe de natuur eruit ziet. Fijn dat je leuke mensen ontmoet, zo kan je ervaringen delen met elkaar.
    iedereen in de hele wereld oo hier in Argentinie is geschokt om wat die breivik heeft gedaan. verschrikkelijk.
    en hij heeeft geen berouw. je snapt niet dat er zulke mensen op de wereld zijn. hij heeft zijn plan van 1500 bladzijden op internet gezet.
    Wij zitten nu aan de voet van de Andes in mendoza. prachtig . hier warmer dan in Buenos Aires en zitten in een prachtige bed en breakfast met hele aardige warme mensen.Over een uur gaan we naar een bodega, waer we wijn gaan proeven en overnachten in een lodge midden in de natuur aan de voet van de Andes. we zullen ook gaan paardrijden. het is hier prachtig en de mensen zijn zo warm en aardig. wel zie je een groot verschil tussen arm en rijk. ik had niet gedacht dat het zo arm was.Marc ziet er heel goed uit en kan vkloeiend Spaans. Hij praat met iedereen en heeft hele verhalen. wij hebben de familie ontmoet waar hij een half jaar bij heeft gewoond. Hele lieve aardige, warme mensen. die marc beschouwen als hun nieuwe zoon en broer.Hij heeft ook heel wat avonturen beleefd in peru en bolivia Geniet nog maar even in Noorwegen van de mooie natuur. We denken aan je en jij zou hier ook genieten. straks zien we elkaar weer en kunnen we elkaars verhalen horen,onder het genot van een goed glas wijn en lekker eten in Nederland bij ons thuis. . daar kijken we nu al naar uit.
    Liefs mama xxxx

  • 02 Augustus 2011 - 19:26

    Sander:

    Prachtige verhalen roland, prachtig.

    Ik weet precies waar je over praat omdat ik bijna precies dezelfde dingen heb meegemaakt die jij in dit verhaal zet.
    Bergen beklimmen, in hutten zitten, barre weersomstandigheden, in tenten slapen, and so go on. Ik vind het geweldig om te lezen hoe je het pad bent kwijtgeraakt en weer eigenhandig op een meest avontuurlijke manier probeert je weg terug te vinden. Puur overleven. Ik vind het echt vet, en het lijkt me echt mooi om samen met jou nog een keer zo'n berg te beklimmen,

    Mijn respect heb je,

    Peace

  • 02 Augustus 2011 - 19:40

    Oma:

    wat heb je weer een spannende tijd achter de rug wat zalhet straks wennen zijn hier in nederland ik verheug mij er op je weer in levende lijven te zien knuffel oma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Roland

Actief sinds 19 Maart 2011
Verslag gelezen: 399
Totaal aantal bezoekers 23119

Voorgaande reizen:

22 April 2011 - 28 Augustus 2011

Fietsen naar de Noordkaap en terug

Landen bezocht: